Het geloof in de eenheid van Allah is het eerste en belangrijkste principe van de Islam. Met het eerste deel van de islamitische geloofsbelijdenis; de shahada, getuigt een moslim dat hij gelooft in de eenheid en uniciteit van Allah. Dit heet tawheed.
Moslims geloven in het bestaan van engelen. Engelen zijn bijzondere wezens aan wie God specifieke taken heeft toegewezen. In tegenstelling tot de mens, hebben zij geen keuzevrijheid. De meest bekende engel is Gabriël [Jibreel]. Deze engel, die ook tot de andere profeten kwam, bracht de verzen van de Koran naar de profeet Mohammed [sal Allahu alayhi wa sallam]. Daarnaast is er de engel die het leven ontneemt [genaamd Malak al-Mawt], de engel die op de bazuin zal blazen in de einde der tijden [genaamd Israfeel] en de engel die zaken die te maken hebben met de natuur regelt [genaamd Mikail]. Al deze engelen kunnen deze taken verrichten met de toestemming en kracht van Allah.
In de Koran worden enkele openbaringsgeschriften genoemd die Allah aan eerdere profeten geopenbaard heeft. Daartoe behoren de Thora, de Psalmen en het Evangelie. Moslims geloven in de oorspronkelijke inhoud van deze boeken en dus niet in de veranderde boeken die nu worden gelezen. De Koran is de laatste openbaring van God.
Moslims geloven dat Allah vele profeten naar de mensheid heeft gestuurd. Zij brachten de boodschap van God naar de mensen en riepen hen op om te geloven in de eenheid van Allah. Daarom geloven moslims in het bestaan van alle profeten. De eerste profeet was Adam. Daarna volgden onder andere Noah, Abraham, Jacob, Moses en Jezus. Zij verdienen allen eerbied. De profeet Mohammed [sal Allahu alayhi wa sallam] is de laatste profeet.
Moslims geloven in een leven na de dood. Dit is één van de meest centrale aspecten van het Islamitische geloof. Daarom streven moslims ernaar om in deze wereld naar de waarden van de Islam te leven. Immers, de daden in deze wereld hebben een directe invloed op het leven in het hiernamaals. Men oogst daar wat men hier zaait.
Moslims geloven dat Allah Alwetend is. Hij weet alles wat gepasseerd is, maar ook alles wat nog zal komen. Toch heeft God de mensen de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid gegeven om vrij te beslissen. De mens is verantwoordelijk voor zijn beslissingen, waarvoor hij zich in het hiernamaals moet verantwoorden.